Ze bestaan nog. Mensen die aan het eind van de dag op de bank ploffen, een paar bollen wol naar zich toetrekken, de breinaalden ter hand nemen. En dan de ganse avond gaan zitten breien. Mooie hobby. Ooit heb ik zelf een paar gezellige truien gebreid. Leuk om te doen. Maar mijn grote hobby vroeger, naast sporten, was schrijven.
Hobby’s zijn zó leuk. Verslavend ook. En dat kan gevolgen hebben. Heb je een logische hobby, beland je zomaar in een tv-programma. Heb je een vreemde hobby, beland je zomaar in een ander tv-programma. Heb je een dure hobby, raak je zomaar aan lager wal. Kan allemaal.
Mijn grote hobby vroeger, naast zwemmen en andere sporten, was dus schrijven. Geen dagboek, clubblad, plakboek of brief was veilig voor mij. Ik maakte er altijd wel een verhaal van op papier. En zie, een hobby kan dus uit de hand lopen. Dat begon voor mij heel wat jaren geleden toen ik vroeg of ik niet eens een stukkie mocht schrijven voor de krant. Dan konden meer mensen lezen wat ik toch al schreef. Nou, dat kon. Paar keer proefdraaien, want als hobby en talent niet een beetje samen komen, wordt het professioneel niks natuurlijk.
Mijn eerste klusje voor de krant was paardensport. Een verslag schrijven van een paardensportevenement voor op de sportpagina van de krant. Geen topprestatie werd het, dat verslag dan, maar ik mocht wel blijven schrijven. Ik hield vol. Schreef me een slag in de rondte en leerde al doende het vak. En zo kon ik uiteindelijk van mijn hobby mijn beroep maken. Dag in dag uit doen wat je heel erg leuk vindt, dat gun ik iedereen. Enige nadeel als je van je hobby je beroep maakt: je moet weer een nieuwe hobby zoeken. Heb ik gevonden.