Dagelijks verwonder ik me over dingen. Dingen van de dag, zal ik maar zeggen. Zo had ik gisteren een moment. Ik kreeg een implantaatpaspoort. Ja, inderdaad, je verwacht het niet, hè. Ik wist niet eens dat het bestond, een implantaatpaspoort.
Ik had al een normaal paspoort, een hondenpaspoort (voor de hond), een coronapaspoort.
Maar vanaf nu kun je me ook herkennen aan kies 26. Of eigenlijk aan wat er op die plek is achtergebleven. Het staat in mijn paspoort. Het was een rotte kies. Die is weg. Het kaakbot is verstevigd. Er is een gat in de kaak geboord. Daar zit nu een implantaat in, met code en al. Misschien wel met 5G, wie weet. Een implantaat is een tandwortelvervanger, die in het kaakbot wordt geplaatst tijdens een chirurgische ingreep door de kaakchirurg. Zo gezegd, zo gedaan.
Een mijlpaal. De eerste stempel in mijn implantaatpaspoort. Het paspoort is een mooi, strak, klein boekje, met drie breed lachende figuren op de voorkant. Als je ‘m openslaat staat er: ‘gefeliciteerd met uw nieuwe tanden’. Weer zo’n verwondermoment. Alsof het een feestje is dat je al je spaargeld bij elkaar heb moeten harken om je kaak te laten verbouwen. In mijn paspoortboekje is in totaal plaats voor acht stempels. Alvast gefeliciteerd.
En dan nu nog het vervolg. Over een poosje, als alles oké gaat, krijg ik een nepkies van mijn tandarts. Die wordt op het implantaat geschroefd. Is ook niet gratis. Maar het hoort er bij, point of no return. De kroon op het werk.
En dan is alles weer normaal. De verwondering voorbij. Op naar de volgende verrassing, verbazing, verwondering.